Havel - Hoop. Maar welke hoop?

Havel heeft een bekend gedicht geschreven welke de titel "hoop" draagt. Het gebruik van dit gedicht in een kerkelijke setting was een paar keer onderwerp van discussie waar ik bij was. Tijd voor een kleine analyse van het gedicht in de kerkelijke setting voor mijzelf en voor de geïnteresseerde lezer.

Klein maar niet onbelangrijk detail: dit gedicht is door de Protestante Kerk naar voren geschoven in het document "Gedichten en gebeden" bij de startzondag van 2010.

Eerst plaats ik het hele gedicht, dan hak ik het gedicht voor een bespreking in blokken.

Diep in onszelf dragen wij de hoop.
Als dat niet het geval is,
is er geen hoop meer.

Hoop
is een kwaliteit van de ziel
en hangt niet af
van wat er in de wereld gebeurt.

Hoop
is niet voorspellen
of vooruitzien.
Het is een gerichtheid van de geest,
een gerichtheid van het hart,
voorbij de horizon verankerd.

Hoop
in deze diepe en krachtige betekenis
is niet hetzelfde als vreugde
omdat alles goed gaat
of bereidheid je in te zetten
voor wat succes heeft.

Hoop
is ergens voor werken
omdat het goed is,
niet alleen
omdat het kans van slagen heeft.

Hoop
is niet hetzelfde als optimisme.
Evenmin de overtuiging
dat iets goed zal aflopen.
Wel de zekerheid dat iets zinvol is
ongeacht de afloop,
het resultaat.

Dit is dus het gedicht in zijn geheel zoals het geleverd werd. De originele versie kon ik niet vinden. Ik spreek geen Tsjechisch, dus voor de vertaling kan ik niet instaan. Aangezien deze vertaling breed wordt gebruikt, ga ik ervanuit dat het de juiste vertaling is.

Diep in onszelf dragen wij de hoop.
Als dat niet het geval is,
is er geen hoop meer.

Bij het eerste vers rijzen gelijk al mijn theologische haren ten hemel .. De hele crux van de Bijbel is dat onze hoop in leven en sterven niet in onszelf wordt gevonden maar juist in God. Alleen in de ontmoeting met God (met Jezus) wordt de mens weer volledig mens zoals hij of zij bestemd was om te zijn. Daarin ligt de ultieme hoop.

In bezoeken & gesprekken met mensen ontmoet ik vaak genoeg mensen die door alle ellende die ze meemaken geen hoop meer in zichzelf hebben. Een ziekte die doorkankert. Een ongeluk wat een leven doorsnijdt. Mensen die door de verrotte kant van het leven geen hoop meer kunnen vinden in zichzelf.

En Havel schrijft in het eerste vers gelijk een grote groep mensen af. Misschien hoor jij daar niet bij, maar ik durf een dergelijke boodschap niet bij mensen te brengen die inderdaad geen hoop meer in zichzelf vinden.

Hoop
is een kwaliteit van de ziel
en hangt niet af
van wat er in de wereld gebeurt.

Hier geef ik Havel gelijk. Hoop van God wordt in de ziel gelegd. Hoop gaat met je mee als ruwe stormen mogen woeden. Hoop die vervliegt bij tegenstand is geen hoop maar hopeloze verwachting.

Wacht even, geef je Havel gelijk? Hij is toch niet gelovig? Dan heb je het toch over een andere hoop?
Nee, we hebben het niet over een verschillende hoop. Taal is namelijk altijd heenwijzend. Als ik het heb over "de boom die voor het huis staat", dan kan iedereen die boom zien. Iemand die kleurenblind is, ziet deze boom niet volledig zoals ik zie. Maar met "de boom die voor het huis staat" bedoelen we dezelfde boom, al hebben we er een andere beleving en ervaring bij. Dat is een verschil tussen Havel en mij. Ik getuig dat hoop door God gegeven is, Havel zal dat niet zo zeggen.
Calvijn heeft mij geleerd dat al het goede wat door mensen gedaan wordt, altijd bij God vandaan komt. Daarom kan en wil ik zo'n groot christelijk woord "hoop" ook aan Havel toevertrouwen en horen wat hij daarover te zeggen heeft.

Hoop
is niet voorspellen
of vooruitzien.
Het is een gerichtheid van de geest,
een gerichtheid van het hart,
voorbij de horizon verankerd.

Met vooruitzien bedoelt Havel waarschijnlijk een chronologisch vooruitkijken in de tijd. Vanuit de Bijbel krijgen we een belofte van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Hoewel er meestal wordt gesproken over hoe het niet zal zijn in de hemel, hebben we wel een duidelijk reisdoel meegekregen: veilig bij God zijn. En met Havel zeg ik: deze hoop richt zich voorbij de horizon die wij kunnen zien. De hoop die we mogen uitdelen als christelijke gemeente gaat verder dan het leven hier op aarde. Daarmee kun je als mens verder over 's Heeren wegen. Deze interpretatie zal een groot verschil met Havel zijn en daarmee lees ik dit vers ook anders dan hij bedoelt heeft.

Hoop
in deze diepe en krachtige betekenis
is niet hetzelfde als vreugde
omdat alles goed gaat
of bereidheid je in te zetten
voor wat succes heeft.

Ook hier geef ik Havel gelijk. Hoop gaat dieper, hoop is een anker in het leven van mensen. Vreugde is een resultaat over iets en is daarmee vluchtig, zomaar te verstoren.

Hoop
is ergens voor werken
omdat het goed is,
niet alleen
omdat het kans van slagen heeft.

Hier gaat Havel een stapje verder, hij spreekt een morele laag aan. Je doet iets wel of niet omdat het intrinsiek goed is. Niet alleen vanwege het resultaat. Doen we dat ook niet in de kerk? Wij spreken zondaren aan, mensen met fouten. Soms weet je dat ze zich juist daardoor afkeren van Gods Woord. Maar een vermanning in liefde komt voort uit hoop dat een persoon (ik of de ander) zijn of haar leven volledig en schuldeloos voor het aangezicht van de ander en van God wil leven.

Hoop
is niet hetzelfde als optimisme.
Evenmin de overtuiging
dat iets goed zal aflopen.
Wel de zekerheid dat iets zinvol is
ongeacht de afloop,
het resultaat.

In feite wordt hier het voorgaande vers in andere woorden herhaald. Je handelt en doet omdat je niet resultaatgericht gedreven wordt maar door iets anders, iets groters.
Waarom houden we de kerk nog open? Waarom ga ik door met het vertellen van Jezus aan mensen? Niet omdat het nou zo geweldig veel resultaat in cijfers oplevert. Wel in de zekerheid dat het zinvol is.

Kortom, de woorden die Havel spreekt kan ik voor een groot gedeelte meevoelen. In het eerste vers is hij me echter al kwijt. Ik versta het eerste vers als een roer aan een schip: het is in omvang klein, maar bepaalt de koers van de rest. Daartegenover zet ik een christelijk geluid. Hoop zoek ik niet in mijzelf, maar in Christus Jezus.

Wij zijn dus als rechtvaardigen aangenomen op grond van ons geloof en leven in vrede met God, door onze Heer Jezus Christus.
2 Dankzij hem hebben we door het geloof toegang gekregen tot Gods genade, die ons fundament is, en in de hoop te mogen delen in zijn luister prijzen we ons gelukkig.

- Romeinen 5:1,2

Bronnen
- Wikipedia
- Image / Foto: http://www.martinkozak.net/ (met bronvermelding overname toegestaan)

Reacties

Uw theologische haren rijzen u ter hemel? Uw crux is de bijbel en die zou niet uzelf weerspiegelen? Wonderlijk om hoop niet in jezelf te zoeken maar in God en Christus Jezus, uw evenbeeld, welk een tegenstrijdigheid. Het is juist de ultieme waarheid dat hoop en leven in de mens zelf schuilt. Je kies zelf voor Gods genade en het fundament dat je er aan ontleent. En inderdaad als je je er voor kiest mag je er in delen. U maakt van begin af aan onderscheid en stelt dat er mensen worden afgeschreven. Dat doet God/Jezus ten principale niet.

U haalt Calvijn aan als uw richtlijn, maar Havel schreef dit Universeel en dat is niet gebonden aan welke religie dan ook.

Ik interpreteer het gedicht als een universele boodschap aan alle mensen. Ik hoop dat iedereen die hiervan kennis mag nemen, zijn/haar waarde ervan inziet. Het is waarachtig, mooi en nastrevenswaardig om langs te leven.

Jammer dat je anoniem plaatst, dat maakt het gesprek lastiger.

Ik ben heel voorzichting om de ultieme waarheid in de hoop en levens van mensen te zoeken. Daar kom je een heel eind mee als het goed gaat. Maar, zoals gezegd, wat als het niet goed gaat? Dan kan ik de ander wel aanspreken op hoop en leven. Of iemand in zichzelf bemoedigen. \

Maar wat heeft die ander er dan aan?

Het vermelde gedicht ‘Hoop’ wordt door u en vele anderen ten onrechte toegeschreven aan Havel. Zie https://www.sgtrs.nl/documenten/nepgedicht-de-weg-van-de-hoop-van-vaclav... De werkelijke auteur is (vooralsnog) onbekend.

Reactie toevoegen

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.