Beroepingswerk (1)

Om het met een understatement te zeggen: als je als theologiestudent je colloquium gedaan hebt, kun je zomaar in aanraking komen met beroepingswerk in de kerk. In de 3 gemeenten waar ik tot nu toe gewerkt heb, heb ik het beroepingswerk vanaf de kant van de gemeente meegemaakt. Nu sta ik zelf aan de andere kant.

Tijd voor een blog(s?) over dit onderwerp. Misschien hebben andere studenten (e.a.) er ook wat aan en geef ik tegelijk een inkijkje vanaf de andere kant.

[1] Dezelfde dag nog
Via Twitter kreeg ik op de dag dat ik mijn colloquium haalde, een bericht: je hebt vanavond vast gelijk een beroep. Dat leek me stug en ik kreeg gelijk. Het gebeurt inderdaad weleens, maar dan moeten er 2 dingen aan de hand zijn die bij mij niet zo waren:

  • Een gemeente heeft je al in het vizier en zit als een bok op de haverkist te wachten totdat je klaar bent.
  • De gemeente kan dit onder de pet houden maar het ook alvast voorleggen aan de kandidaat. Dan is er een toezegging van beroep.

Zoals inmiddels bekend speelt dit bij mij niet. Het is natuurlijk vleiend als je voor je colloquium al in beeld bent, maar het lijkt me niet altijd gezond.

[2] Bekendmaken
Maar hoe werkt het beroepingswerk in de meeste gevallen wel? De eerste stap is natuurlijk het bekendmaken. Dat deed ik op dezelfde dag al op deze website en via de site Dominees.nl.

Hoewel ik met deze site een aardig publiek bereik, zou het wel erg toevallig zijn als een zoekende gemeente op mijn site zou komen. Te meer omdat we elkaar naar alle waarschijnlijkheid nog niet kennen (zie hierboven; als het een gemeente is waar ik al kwam dan kenden ze mijn site al, waren er al voorgespreken et cetera).

De colloquiumcommissie had toegezegd de namen door te geven aan het LDC, die het weer zou verspreiden als persbericht. Na een week had ik nog niks voorbij zien komen. Waar hebben we het in feite over? Een aantal namen die je op de mail zet. Navraag bij het RD leerde mij dat zij hun gegevens van persbureau Scheps krijgen. Een kort mailtje naar Scheps was genoeg om het bericht verder de wereld in te helpen.

Een dag later stond het in de bekende kranten en kreeg ik van diverse kanten mails met sterkte- en gelukwensen. Ergo, al ben je beroepbaar het gaat pas spelen als het bekend is.

[3] Op een lijst komen
Hierboven gaf ik al aan dat ik in 3 gemeenten het beroepingswerk min of meer van dichtbij heb meegemaakt. Daardoor weet ik dat een beroepingscommissie ontzettend veel namen verwerkt. Soms moet een lijst met wel 50 namen afgewerkt worden om tot één keuze te komen.

Van één medestudent (nu predikant) weet ik dat hij in ongeveer 5 gemeenten een serieuze kandidaat is geweest. Maar in geen van die 5 gemeenten is hij daadwerkelijk beroepen. De exacte reden weet ik niet, maar het leert me niet te veel te letten op signalen als er navraag wordt gedaan.

Want navraag wordt er zeker gedaan. Ik krijg heel netjes mails van beroepingscommissie's met de vraag of ik beroepbaar ben. Ook zie ik aan mijn site-statistieken* dat de afgelopen maanden het zoeken naar mijn naam enorm is toegenomen.

Grappig detail: ik zie geregeld ook namen van medestudenten langskomen waar ik misschien ooit eens iets over heb geschreven. Maar of ik er wakker van lig? Ach nee. Ik heb meer medelijden met al die arme beroepingscommissies die continue naar elkaar een hele grote Excel-sheet mailen met allerlei namen, diplomatieke antwoorden terugkoppelen naar de vragende gemeente en proberen één boom in het grote bos te vinden.

[4] Advies krijgen
Om al die beroepingscommissies te helpen, is er binnen de PKN een mobiliteitsbureau, zeg maar een soort uitzendbureau. De beroepingscommissie krijgt, aan de hand van hun profiel, een mogelijke naam als advies toegespeeld van het bureau. Ik vind dat wel een goede zaak. Daarmee voorkom je een stuk tunnelvisie, loopt 'de markt' niet vast doordat alleen de bekende namen worden beroepen en krijgt iedereen een eerlijke kans.

Dit houdt twee dingen in. Ten eerste moet ik dus eerst langs het mobiliteitsbureau om mijn profiel te bespreken: wat past bij mij, waar ben ik goed in en waar niet. Dit houden ze vast totdat er een gemeente langskomt die bij mij past (of andersom, net hoe je het bekijkt). Daaruit volgt dat het nog even kan duren voordat ik een beroep krijg. O wacht, de telefoon gaat ...

[5] Luchtig houden
Eigenlijk ben ik wel weer blij dat ik alleen hoef af te wachten. Laat die beroepingscommissies het maar uitzoeken ;-). Ik zie de humor er wel van in; laat ik het daarom luchtig houden. In de reacties mag u een voorspelling doen: over hoeveel tijd en bij welke gemeente krijg ik een beroep? De winnaar krijgt een fles wijn**.

ps - een (1) bovenaan de titel geeft inderdaad aan dat er meer blogs zullen volgen. Dus houd in ieder geval het label 'beroepingswerk' in de gaten.


* Yup, alle bezoeken worden bijgehouden. Al sinds 2004 overigens.
** zoals terecht opgemerkt door Jelle Kommerie (slotje, dat dan weer wel): beroepingscommissies dingen niet mee naar de prijs. Die kopen maar hun eigen wijn ;-).

Reacties

Interessante blog. Ik ben verder ook erg geïnteresseerd naar hoe je kijkt naar het zoeken van Gods leiding hierin? Dat gedeelte mis ik een beetje in het verhaal :) Blijkbaar kies je wel voor de variant van het 'beroepen worden' en niet het solliciteren bij gemeenten (zoals er ook advertenties in Kerkinformatie staan)?

Mooi thema voor deel 2 of 3 toch? Ik ben iemand die van praktijk naar theorie gaat (Kolb 1 leerstijltype, zo u wilt). Dus de theorie of -logie houd je nog van mij tegoed.

Klinkt fijn zakelijk allemaal. Ik weet nu uit ervaring zo'n beetje hoe het voelt als 'te beroepen kandidaat'. Een ding is zeker: men laat je graag lang wachten. Erg lang... Daarbij weet ik niet hoe 'n goed idee het is je uit te laten over Gods leiding. Ieder gebed en antwoord is persoonlijk. Dat mag gerust zo blijven. Wel leuk om er theologisch wat op in te gaan. Succes!

Reactie toevoegen

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.