Een reactie op de column van Sabine Uitslag. Als je de column niet kent, lees hem dan hier eerst. Mijn column is fictief, maar gestoeld op ware gebeurtenissen. Ik heb geen terminale buurman, de column is uit mijn duim gezogen. In mijn werk ben ik vaak genoeg mantelzorgers tegengekomen. Ik ken de verhalen en druk van mensen die zich onbezoldigd inzetten voor een naaste.
==============
Laatst was ik voor mijn terminale buurman een ontbijtje aan het maken. Een paar gedachten schoten door mijn hoofd die ik hier met u deel.
Ik weet niet of dit zijn laatste ontbijt in het aardse is. In ieder geval heb ik er mijn yoga-les voor afgezegd. Dat heb ik de afgelopen maanden vaker gedaan. Zal ik mijn abonnement maar in het geheel afzeggen? Of is dat overdreven? De buurman komt zijn bed niet meer uit en heeft hulp nodig tussen de TV-programma's door.
Eigenlijk moet ik mij niet aanstellen. Als ik mijn buurman help met het aantrekken van zijn steunkousen of zijn avondeten breng – hij klaagt altijd over de keuze terwijl hij het niet opeet – dan is dat een kleine moeite toch? Waarschijnlijk zeg ik de verjaardag van mijn schoonvader volgende week af omdat ik daar geen tijd voor heb. Een geluk bij een ongeluk, zullen we maar zeggen.
Met een kop koffie probeer ik een gevoel van stress te onderdrukken. Nu thuis de derde net geboren is, moeten we 's nachts vaak uit bed. Temperaturen, schone luier, voeden. Zoals het al eeuwen gaat. De tot voor kort jongste is jaloers en schreeuwt 's nachts de boel bij elkaar. Om dan 's ochtends ook voor de buurman te zorgen is extra zwaar. Gelukkig is het maar een deur verder. Wat zeur ik dan? Kindertjes in Afrika hebben stress, ik heb het druk.
Hij heeft niemand meer. Nooit getrouwd, altijd avontuurlijk geweest en nu zonder familie alleen in een huis. Alleen wij en een andere buurvrouw zorgen voor hem. Doe ik het vanwege christelijke naastenliefde? Ach .. ik weet het niet. De buurvrouw gelooft niet en zij verzet ook bergen met werk. Ze heeft daarvoor haar vrijwilligerswerk bij de hockeyclub op een lager pitje gezet. We leveren behoorlijk wat tijd in, maar het is waardevol. Dat we als familie amper nog samen ontbijten, deert me niet.
De buurman moppert, slaat grove taal uit en is chagrijnig. Dat zou ik ook zijn als ik hem was. Hij kan mooie verhalen over vroeger vertellen en nu komt hij de woonkamer niet meer uit. Dat mopperen neem ik voor lief. Ach, de buurman is van onschatbare waarde; de zorg en de tijd is absoluut niet te kwantificeren. Maar de kinderen laat ik thuis. Ze zijn nog te jong om te leren vloeken.
Niet vergeten om vandaag te gaan stemmen. De buurman moet mij maar machtigen zodat zijn stem niet verloren gaat. Ook al is hij een grumpy old man, politiek vinden we elkaar. We stemmen beiden CDA.
==============
Ook een paar goede reacties op de column:
Reageer