De belangrijkste boodschap van de gisteren gehouden IKON-conferentie over internetpastoraat was dat kerken meer gebruik moeten maken van internet zoals hyves en twitter. Helaas kon ik niet bij deze dag aanwezig zijn. Het onderwerp heeft wel mijn interesse omdat ik mijn afstudeerverhandeling graag over internetpastoraat wil gaan schrijven.
Een paar aantekeningen en gedachten bij de boodschap van de IKON-conferentie.
* Kerken die de vaardigheden van internet kunnen gebruiken, doen dit allang. Zij communiceren met hun eigen achterban via hun eigen site. Ook verschillende predikanten, voorgangers en gemeenteleden bloggen dat het een lieve lust is.
Kerken / gemeenten die de vaardigheden niet hebben (lees: a-technische voorgangers / gemeenteleden), zullen daarom niet mee kunnen op de digitale snelweg. Dit kun je ook niet door de 1 of andere expertisecentrum afvangen. Internetten is net als met autorijden: onder begeleiding leren, later zelfstandig toepassen.
* Op hyves hebben zich allang 'community's' gevormd van allerlei kerkelijke aard: PKN, christen-zijn, gemeente-zus-of-zoveel etcetera. Mensen die zich op de digitale snelweg begeven, hebben de afslag naar deze plekken al lang gevonden.
* De generatie die over het algemeen "aan de macht" is in de kerk is niet dezelfde generatie die internet gebruikt. Door deze generatiekloof voelen de beleidsmakers van vandaag de urgentie niet van de digitale snelweg.
Een jongere van vandaag is opgegroeid met internet (zegt Habbo u iets bijvoorbeeld?). Of neem het gebruik van de GSM. Zelf kocht ik mijn mobiel op mijn 20e (1998), waarmee ik in mijn omgeving door sommigen als 'elitair', nerderig en te vooruitstrevend werd gezien. Iets als mobielgebruik is vandaag de dag totaal anders. Trek de lijn eens door naar internet. Schoolrooster gaan via internet, net zoals groepsopdrachten, werkstukken maken, en communiceren. Dat waren allemaal dingen die de 30+ van vandaag respectievelijk via papier, boeken en fietsen deed.
* Pastoraat wordt over het algemeen gedaan door ambtsdragers of zij zijn het die het beleid bepalen. Zoals hierboven gezegd behoren ze veelal tot een oudere generatie. Ze hebben (a) de kunde niet en (b) voelen de urgentie niet.
Maar ja, daar heb je weer zo'n conferentie voor om dit bij te sturen ;-)
* Een tegenwerping: pastoraat behoort van aangezicht tot aangezicht te gebeuren. Deze tegenwerping vind ik niet valide. Het is nodig onderscheid te maken tussen verschillende soorten pastoraat. Een goed gesprek is inderdaad iets anders dan mailwisseling. In het niet-digitale pastoraat kent men ook vormen die snel, kort en to-the-point zijn zoals bijvoorbeeld 'deurknoppastoraat'.
* Hyven ja, twitteren nee. Twitter is - net zoals SecondLife - technisch leuk en heeft zijn nut maar niet voor internetpastoraat.
Conclusie van dit alles: dat "kerken meer present mogen zijn op internet" zal vooral moeten worden uitgewerkt in de beleidsmatige kant. Want wat is een kerk of gemeente? Is dat niet de som van de gemeenteleden? De gemeenteleden die kunnen internetten, zitten al op internet en doen zelfs al aan onderling pastoraat! Leggen we de focus op de groep die het beleid maakt, dan zien we dat zij achter blijven. Daarom de volgende 2 vragen:
- scholen we diegene die het pastoraat doet bij om om te gaan met internet?
- krijgen voorgangers / predikanten ruimte om zoveel uur per week te hyven? 4 uur, 10% van een werkweek, lijkt mij redelijk. Echter als dit niet vastgelegd wordt door de kerkenraad in het beleid, dan zullen de meeste voorgangers / predikanten het niet in hun hoofd halen om aan internetpastoraat te gaan doen. De uren die ze ermee kwijt zijn, kunnen niet worden verantwoord.
Labels:
Reactie toevoegen