Beroepingswerk (2) - God roept.

De reactie op mijn vorige blog (met de weinig verrassende naam Beroepingswerk (1)) riep een aantal reacties op, waaronder dat het te zakelijk of technisch zou zijn. Op het zakelijke aspect kom ik later nog terug. Inmiddels ben ik erachter dat het even kan duren voordat een kandidaat een beroep krijgt. Anderhalf jaar wachten is momenteel niet ongewoon; sommigen wachten zelfs langer. Waarom zou ik een uitzondering zijn?. Daarom heb ik nog genoeg tijd om vervolgblogs te schrijven in deze categorie ;-).

Terecht vroeg iemand hoe ik precies de leiding van God in het beroepingswerk zie. Laat ik voorop stellen dat ik juist vanwege het roepen van God ben begonnen aan mijn studie Theologie. Na de havo ben ik immers met fotografie begonnen en pas later maakte ik een switch*. Maar .. ik heb altijd ook gezegd (niet hardop, wel tegen mijn vrouw) dat ik ook ergens anders terecht zou kunnen komen als dat mijn weg is.

De weg. Welke weg?
De hele grote vraag hoe je erachter komt wat je weg beantwoord ik hier kort: je ziet het volgende stukje van de weg als je weer een bocht om bent. Het antwoord hangt volgens mij samen met je persoonlijke geloofsrelatie. God gaat met elke persoon een andere weg en werkt anders in zijn of haar leven. Ik kan hooguit getuigen wat in mijn leven is gebeurd, niet een Algemene Geldende Regel geven..

God roept. Maar waarvoor eigenlijk?
De switch van fotografie naar theologie heb ik als een roeping ervaren. Maar dan .. in hoeverre heb ik mijn eigen keuzevrijheid versus de weg die ik achter God aan mag gaan? Een docent legde ooit eens een stelling uit waar ik het in eerste instantie oneens mee was: 'op het moment dat je toegelaten wordt door de PKN, mag je dat zien als een bevestiging van Gods roepen'. Je bent dan immers voorgesteld (proponere; waar het woord proponent vandaan komt) als kandidaat voor de evangeliebediening. De kerk als instituut geeft een positief ja op je studie en verlangen; een lokale gemeente is nodig om dit uit te voeren.

Aardse of Hemelse beslissing
In eerste instantie was ik het er niet mee eens omdat dan de focus van het roepen verschuift van een concreet beroep naar het colloquium (als station, niet als ultiem moment). Als gemeente B een beroep uitvaardigt, dan trekt ook gemeente A. Mag daar dan iets van Gods leiding bijzitten? Vanuit de praktijk weet ik dat sommige voorgangers de facto heel zakelijk met een beroep omgaan. 'Aardse' beslissingen zoals de pastorie of schoolgaande kinderen spelen dan erg mee. Ik durf niet gelijk te stellen of dit goed of fout is.

Tegelijk zijn er andere voorgangers die in het nemen van een beslissing voor een beroep wel Gods leiding hebben ervaren. Of - om het ingewikkeld te maken - voorgangers die bij het ene beroep een nuchtere beslissing nemen, maar bij het andere Gods leiding ervaren. Wat is goed of fout? Ik weet het niet; ik ga het ook niet dichttimmeren dat het zus of zo moet. Maar het stellen dat je bij elk beroep heel specifiek Gods leiding zou moeten ervaren, legt een enorme druk op je. Tevens gaat een beroep dan afhangen van je ervaring (of goddelijke bevinding).

Let wel, ik sluit hiermee Gods roepen in een concreet beroep niet uit. Ik stel alleen dat ik het niet normatief wil stellen. Door er een regel van te maken dat je Gods roepen moet horen, wordt het een zware, zelfs dwingende eis. Dat was ook de achterliggende gedachte van de docent. De kerk roept je namens God en geeft je daarvoor de ruimte. Of het dorp A of stad B wordt, is dan een secundaire kwestie. Maar dat wil niet zeggen dat je in secundaire kwestie het niet aan God mag voorleggen en vragen wat Hij wil.

En nu ik
Geswitcht van opleiding, na zoveel jaar worstelen met talenten mijn studie gehaald, een pittig colloquiumgesprek positief afgesloten. Zelfs mijn Hebreeuws gehaald. En - eerlijk is eerlijk - niet iedereen in mijn omgeving begrijpt of begreep waarom ik Theologie ben gaan studeren. Zelf doe ik dat ook niet altijd - maar er is een 'maar toch ...'. Dat ik maar toch mijn hele opleiding heb gehaald. Dat ik maar toch terugkrijg dat ik anderen tot zegen ben geweest. Dat ik maar toch merk dat het werk in de kerk mij uitdaagt en voldoening geeft. Dat ik maar toch merk dat God mijn werk zegent.

Gods roepen is niet hetzelfde als de storm die gillend om je huis raast. God is in het suizen van de stilte, in het moment van reflectie, meditatie, terugkijken. Pas achteraf blijkt vaak soms dat ik maar toch het juiste pad heb gekozen. Of moet ik zeggen: dat God met mij meeging en ik Hem volgde. God is geen TomTom die je technische opdrachten geeft; Hij is je reisgenoot die je mag leren vertrouwen.




Nog vragen over deze blog of het onderwerp? Stel ze gerust, dan probeer ik ze in een volgend deel te beantwoorden. Ik zit pas 3 van de 15 maanden thuis ;-)

* - toen ik 21 was. Daarmee heb ik geen late roeping, maar een verlate roeping ;-)

Reacties

Toevoeging: in een artikel (Refdag, verwijst naar W&D) pleiten dr. De Leede en ds. Van Vliet voor een betere begeleiding van proponenten. Eén passage onderstreept wat ik hierboven betoog:

„Het „door de gemeente/de kerk en mitsdien door God zelf geroepen zijn” wordt bij het colloquium beantwoord, niet pas bij de bevestiging onder handoplegging op de eerste werkplek”, menen dr. De Leede en ds. Van de Linde. „Daar wordt die roeping bevestigd. Daarom is de bovenplaatselijke kerk ook –als het goed is– ambtelijk (classis, algemene classicale vergadering) aanwezig bij de handoplegging bij deze eerste bevestiging.”

Reactie toevoegen

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.