[Internationale kerk] (4) Nederland en Indonesië

De kerk in Nederland als maatstaf voor heel de wereld? Wie verder kijkt, ontdekt waardevolle verschillen. We gaan in het kerkelijk jaar richting Pinksteren, het feest waarop de kerk de wereld introk. Daarom een aantal blogs over het verschil tussen de kerk in Nederland en een ander land.

Een tijd geleden blogde ikzelf over het verschil in Nederland en onze Duitse Oosterburen. Daarna zendeling Marten Visser (Twitter) over het verschil van de kerk tussen Nederland en Thailand. Toen Willem-Henri den Hartog over Namibië.

Deze gastblog is geschreven door dominee Henriëtte Nieuwenhuis. Ze is uitgezonden namens Kerk-In-Actie.
(klik op lees verder)


From pushing to calling…

Indonesië, de grootste eilandenstaat ter wereld. Elk eiland heeft weer zijn eigen geur en kleur, zijn eigen religieuze of etnische samenstelling. Hoewel in Indonesië moslims veruit in de meerderheid zijn (86%), heeft elk eiland of eigenlijk elk gebied weer z’n eigen dynamiek. Sinds oktober 2011 woon ik in dit dynamische land. Om precies te zijn in de provincie Lampung in het zuiden van Sumatra. Als ik over mijn ervaringen in Indonesië spreek dan geldt dit alleen voor dit specifieke stukje Indonesië.

Lampung
In de provincie Lampung bestaat ongeveer 70% van de bevolking uit Javaanse transmigranten. In de vorige eeuw zijn veel Javanen naar Sumatra gekomen. In de jaren 20-30, toen Indonesië nog onder Nederlands bewind was, werden plantages geopend en was er een tekort aan arbeiders op Sumatra. Vanaf Java kwamen arbeidsmigranten om het werk te klaren. Een paar decennia later, onder het presidentschap van Soekarno, was de armoede op Java erg groot en was men bang voor overbevolking.
Het lege Sumatra leek een uitkomst en veel Javanen transmigreerden naar dit ‘lege’ eiland. In de jaren 60 kwam de grootste golf. President Soeharto bood gezinnen op Java 2 hectare land aan op Sumatra. Land wat ze op Java niet konden krijgen. Sumatra werd voor hen het beloofde land, vloeiende van melk en honing. En dat alles gratis.

Javanen
Eenmaal op Sumatra zochten de Javanen elkaar op. Een natuurlijke reactie wanneer je je in vreemd land begeeft. Behoefte aan herkenning, je eigen taal, je eigen eten, je ‘eigen volk’. Onder de Javaanse transmigranten was een kleine minderheid christen. Er ontstond een groep binnen de groep, waarin ook het geloof gedeeld kon worden. Groepjes christenen kwamen wekelijks bij elkaar thuis om te bidden, te zingen en bijbel te lezen. Deze huiskringen groeiden uiteindelijk uit tot een zelfstandige gemeente in 1987 onder de naam Gereja Kristen Sumatra Bagian Selatan (GKSBS: christelijke kerk van zuidelijk Sumatra).

Vanaf het begin is ‘samen’ of ‘gemeenschap’ een kernwoord voor deze christelijke Javaanse transmigranten. ‘For better and worse’. Want de beloofde werkelijkheid op Sumatra viel tegen: de grond was lastig te bewerken, veel transmigranten hadden weinig landbouwvaardigheden en de overheid zag nauwelijks naar hen om. Daarnaast zaten de autochtone Sumatranen niet op de Javanen te wachten. Ze voelden zich achtergesteld: ‘Waarom zij wel gratis land en wij niet?’ De verhouding tussen de verschillende etniciteiten ligt complex, omdat er allerlei gevoelens van minderwaardigheid bij komen kijken. Van beide kanten. Ik kies er nu voor om in te zoomen op de Javaan, omdat ik daar de meeste ervaringen mee heb.

De Javaan op Sumatra, hetzij christelijk of niet, staat in dubbele verhouding tot zijn of haar ‘thuisland’ (Java) en ‘ontvangstland’ (Sumatra). Ze hadden toen ze vertrokken uit Java eigenlijk geen keuze. Om enige toekomst te hebben, om land te krijgen (wat in Indonesië sterk samenhangt met de identiteit van mensen; kort gezegd, zonder land voel je je eigenlijk niemand, waardeloos), moesten ze wel gaan. Ze werden gepusht, gedwongen, want ze konden in feite niet anders. Veel transmigranten worstelen daardoor met hun identiteit: wie ben ik, als mens in relatie tot de ‘nieuwe’ samenleving. Ze neigen ertoe zichzelf als slachtoffer te beschouwen. Sommige christenen zien zichzelf als dubbel slachtoffer omdat ze zich zowel qua etniciteit als geloof achtergesteld voelen (92% is moslim in Lampung). Toch is religie hier niet het grootste probleem. Ik krijg geregeld te horen dat de meeste problemen in Lampung zich afspelen rondom land en niet om religie.

De GKSBS neemt deze slachtoffergevoelens serieus, maar wil tegelijkertijd deze gevoelens, het leven, de samenleving transformeren. From pushing to calling…, legde één van mijn collega’s uit. In plaats van het gepusht zijn benadrukken belijdt de GKSBS dat ze geroepen is, een calling heeft. Geroepen door God, in beweging gezet door het Evangelie van Jezus Christus wil de GKSBS zuster- en broederschap bouwen om zuidelijk Sumatra tot ‘een gezamenlijk huis’ te maken. Het uitgangspunt daarbij is dat iedereen een schepsel van God is, iedereen is de moeite waard, iedereen heeft daarom wat in huis om te delen. Rijk of arm, oud of jong, man of vrouw, christen of moslim, iedereen kan delen van wat hij of zij heeft gekregen. De GKSBS probeert haar gemeenteleden aan te moedigen om op die manier, delend, in de samenleving aanwezig te zijn. Diaconaat staat daarom hoog op de agenda: in samenwerking met andere maatschappelijke organisaties worden boeren die te kampen hebben met landconflicten met grote bedrijven bewust gemaakt van hun rechten en versterkt in hun vaardigheden.

Nederlanders
Hoe is dat eigenlijk in Nederland? Zitten veel Nederlanders momenteel ook niet in een identiteitsworsteling? Er lijkt sterk de behoefte te bestaan om de grenzen, hetzij financieel, religieus of cultureel, af te bakenen tussen wat of wie wel of niet Nederlands is. Daarnaast lijken Nederlandse christenen niet zo goed te weten wat ze met de veranderende, postchristelijke context aan moeten. Voelen ze zich eerder gedwongen in de huidige situatie met lege kerken dan geroepen. Misschien zou er ook een transformatie moeten plaatsvinden? From pushing to calling?

Dat is niet altijd gemakkelijk, ook niet op Sumatra. Samen met de ander, die misschien een andere etniciteit heeft of religie, een gezamenlijk huis bouwen is geen zondagochtendklus. Maar in deze grote uitdaging wil de GKSBS gaan staan: om geroepen in plaats van gedwongen aanwezig te zijn in de multi-etnische en -religieuze samenleving van dit kleine stukje Indonesië.

Henriëtte Nieuwenhuis is predikant in dienst van de PKN en uitgezonden via Kerk in Actie naar de partnerkerk GKSBS (christelijke kerk van zuidelijk Sumatra), om daar het diaconale programma te ondersteunen. Haar weblog is te vinden op de site van Kerk-In-Actie.

Labels: 

Reactie toevoegen

Zircon - This is a contributing Drupal Theme
Design by WeebPal.